Marijke's Poëzie & Proza
Poëzie en Proza
zaterdag 22 april 2023
Het wachten
woensdag 22 december 2021
Gedachten
Vandaag, op deze zonnige, maar koude winterdag, toog ik, na de auto van een ijslaag te hebben bevrijd, naar de supermarkt in het centrum, waar de verder gesloten winkels nergens beter konden getuigen van de lockdown dan juist hier in de stad.
Bij de supermarkt stond op gepaste afstand van het voorbijlopende publiek, een man met mondkapje op, en in zijn hand een krant/tijdschrift. Ik signaleerde de man vanuit mijn ooghoeken, liep hem voorbij, en deed alsof ik hem niet hoorde toen ik hem zachtjes goedemorgen mevrouw hoorde zeggen.
Bij het binnengaan in de supermarkt trof me de weldadige warmte, de kerstmuziek, de uitgestalde luxe etenswaren en de goederen, maar ook de mensen die er rondliepen met vrolijke gezichten, duidelijk te zien ondanks de maskers. Hier ging je vrijwillig in lockdown.
Na bijna een uur - ik had alle tijd genomen - en ik met de volle kar naar buiten liep, zag ik de man met het krantje nog steeds op dezelfde plaats staan. En weer sprak hij in het voorbijgaan mij aan met goedemorgen mevrouw. En weer negeerde ik hem.
Onderweg naar mijn auto die een eind verder op de parkeerplaats stond, dacht ik aan de man die daar in de kou probeerde om nog iets van zijn bestaan te maken door urenlang te proberen een paar euro te verdienen door een krantje te verkopen. En plotseling wist ik dat ik bij het terugbrengen van de kar gewoon naar hem toe zou gaan om hem geld te geven. Ondanks de lichte gene die ik altijd voel in dit soort situaties. Als een soort gutmensch gedachte waar ik wars van ben, of probeer te zijn.
In de verte zag ik hem staan. Mensen liepen hem voorbij, te druk met hun eigen besognes.
Ik zette de kar binnen, en bij het weer naar buiten gaan keek ik naar de man en liep recht op hem af. Ik groette hem. Hij keek mij aan, en ik zag dat hij donkere ogen had. Mooie ogen vond ik. Dag mevrouw, zei hij.
Ik begon een gesprekje met hem. Dat ging moeizaam omdat hij geen Nederlands verstond; "een hele kleine beetje", zei hij met lachende ogen. Maar wonderwel begrepen we elkaar toch wel. Het krantje bleek de daklozenkrant De Riepe *) te zijn. Ik had er nog nooit van gehoord of gelezen, maar mijn vertrouwen dat het koosjer was groeide. Ik gaf hem geld, meer dan het krantje kostte, en maakt hem duidelijk dat hij dit exemplaar mocht houden, om opnieuw te verkopen. Weer lachten zijn ogen. Hele erge dank mevrouw.
Het voelde oké, ondanks dat de gene nog niet helemaal verdwenen was.
Toen ik de straat, waar aan de overkant mijn auto geparkeerd stond, wilde oversteken, stopte er een luxe auto voor mij. De raampjes zoefden open, en ik ontwaarde een man achter het stuur met een jongen naast hem op de passagiersplaats, die op dat moment een vette hap naar binnen werkte. De man vroeg op licht opgewonden toon of hij het goed had gezien dat ik die vent een paar euros had gegeven. Toen ik zijn vraag bevestigend beantwoordde, kwam hij los. Het zijn oplichters, zei hij. Allemaal nep. Die man wordt s'ochtends met een grote slee van een wagen afgezet. In de buurt waar hij woonde is de kerel ook vaak gesignaleerd, en mensen hebben gezien dat hij zooo'n stapel bankbiljetten bij zich had! Zijn handen gaven de grote van de stapel aan. En mijn zoon, hij wees naar opzij waar de jongen net de laatste hap nam van zijn versnapering, zag dat die kerel schoenen droeg van een heel duur merk. Nou dan weet je het wel, zei hij op een samenzweerderige toon, zijn ogen half dichtgeknepen. Ik wil u gewoon waarschuwen!
Ach, zei ik, die man stond daar in de kou, en ik wilde hem gewoon even wat vriendelijkheid geven. Ik weet niet wat zijn achtergrond is, en waarom hij dit doet, maar ik denk dat het niet erg is als je iemand iets geeft. Zelfs een oplichter heeft af en toe wat medemenselijkheid nodig, denkt u niet? Maar ik dank u vriendelijk voor deze mededeling. Erg attent van u.
De man achter het stuur ontspande zijn gezicht, en zei nog dat we elkaar natuurlijk altijd moesten helpen. Hij wenste me heel goede feestdagen, en een gelukkig nieuwjaar. Ik wenste hem en zijn zoon hetzelfde en we lachten elkaar toe.
En toen werd ik ineens omarmd door het ware kerstgevoel, of zoiets...
*) Link naar Daklozenkrant De Riepe
woensdag 4 maart 2020
Het lattemeisje
Om ons heen is het een komen en gaan van gasten. Bejaarde echtparen, maar ook jonge verliefde stellen die niet van elkaar kunnen afblijven. Jongeren die even tijdens een tussenuur luidruchtig een Bartje komen eten. Moeders, vaders, opa’s en oma’s. Een eindeloze variatie aan clusters die elkaar niet kennen maar geen enkele moeite hebben om tijdelijk dicht op elkaar te zitten aan de tafeltjes met stoelen en banken.
Vandaag waren we wat later dan anders. We hadden thuis al geluncht, dus geen Bartje vandaag. Net zoals anders namen we wel weer even plaats zonder consumptie. Tegenover ons zat een jonge vrouw, een meisje bijna nog, die, zo leek het, met haar huiswerk bezig was. Ze bladerde druk in boeken en schriften. Voor haar op het tafeltje stond een latte macchiato, waar ze af en toe een slokje van nam.
Ondertussen ontspon zich zoals gewoonlijk weer een levendig gesprek tussen mijn vriendin en mij.
Na ongeveer een half uur bedachten we dat we maar eens een kopje koffie moesten halen. Vriendin toog naar de de balie om haar bestelling te doen, toen ze ontdekte dat het huiswerk latte meisje naast haar stond. Ze had net twee thee besteld. Deze thee is voor jullie, zei ze. Niet begrijpend keek vriendin haar aan en zei; voor ons? Ja zei ze, voor jullie. Ik had uw vriendin ingeschat dat zij wel een muntthee zou lusten. En nu u hier toch bent kunt misschien voor uzelf een smaakje uitkiezen. Haar bedoeling was dat ze ons wilde verrassen omdat we nog geen consumptie hadden. We krijgen thee, zegt mijn vriendin toen ze terugkeerde naar ons zitje. En in haar kielzog liep het latte meisje met een dienblad met dampende theekopjes met zakjes munt en rooibosthee. Met koekjes ernaast.
Uitbundig dankten we haar. Vriendin had haar, uit het zicht van mij, al een knuffel gegeven. Zo lief van je! Maar vertel eens, vroeg ik, waarom doe je dit, met welke reden? Want ik kon me bijna niet voorstellen dat er geen achterliggende reden was. Ik dacht al aan een verkooptrucje, of dat ze ons wilde komen vertellen dat ze Jezus had ontdekt, en ons daar mee wilde verblijden.
Maar het meisje keek mij aan en zei: Gewoon, ik wilde wat goeds doen, meer niet. Ze lachte vriendelijk, en terwijl ze haar jas dichtritste, draaide ze zich om en liep naar de uitgang, de deur door, het marktplein op.
Ik kon haar nog even volgen via de grote glazen ramen, tot ze verdween tussen de mensen...
zondag 7 april 2019
Wonderen
‘s Ochtends om vijf uur kwam Mark bij me in het smalle bed liggen. Dat wassie zo gewend bij papa en mama thuis in het Kingsize bed! Hij had eigenlijk wel zin om ‘naar beneden te gaan’, maar ik kon hem overtuigen dat het nog nacht was en hij beter nog even kon gaan slapen. Maar ik heb nog een vraag voor je oma, zei hij met een klein, maar glashelder stemmetje. Kan jij vandaag een driehoek voor mij maken? Weet je wat dat is, een driehoek? Nog net in het vage schijnsel, komend vanuit een binnendringend licht van een lantaarnpaal via de gesloten, witte gordijnen, kon ik zijn handjes en vingertjes zien, die in de lucht de omtrekken van een driehoek tekenden. Zag je het Oma wat ik bedoel? Twee lijnen, zo schuin, met een puntje en streepje eronder. Natuurlijk, zei ik. Maar wil je dat ik een driehoek voor je teken, of wil je dat ik er een maak van je Knexx. Er kwam geen antwoord. En in hetzelfde schijnsel zag ik zijn gezichtje op het kussen in volmaakte rust. Hij was weer in slaap gevallen. En ik was wakkerder dan ooit. Ik hoorde Lieke die even in haar slaap een fragment van een liedje zong. Iets van K3. He yo he ya mamani de he jo..
donderdag 1 februari 2018
Droom
woensdag 31 januari 2018
Zomaar
groeit er een gedicht in mij
eerst is het zwart, dan lichter
tot het kleurt als oranje
ik kijk niet naar de woede van de wereld,
maar glimlach naar een pasgeboren kind
ik hoor de bulderende wind
die alles lijkt te verwaaien
ik laat het gaan,
gaan
het zwarte het donkere,
ik laat het gaan
alleen het gedicht mag blijven
Gedicht in mij ontstaan 31 januari 2013
vrijdag 16 december 2016
Stilte
dan geluidloze beelden
de oude vrouw zwijgt
een onuitgesproken vraag
blijft liggen op haar lippen
de zwaarte van last
is aanwezig, meer niet
blijft staan op de laatste tik
van de stilgevallen klok
dan hoort zij muziek en voelt
hoe zij danst, haar lichaam soepel, licht,
overmoedig van jeugd
zij draagt haar wijde robe
schitterend als duizend sterren
en altijd zal zij blijven dansen
zolang zij de muziek kan horen
als het meisje vraagt of zij nog thee wil drinken
kijkt zij op maar heeft geen antwoord
buiten zwaait de lege schommel
heen en weer door de wind
het kind kijkt er naar en luistert
naar de roepende moeder
met dovemansoren