De
klanken van de tjalken
de
stemmen van de kerels
scheepsjagers
op jacht
en
de vrouwen in de liene
werden overstemd door
ronkende
scheepsmotoren
gejammer
bij de bruggen
over
brood hen uit de mond genomen
toch
bleek het slechts de prelude
van
het latere slotkoor
de
ware bestemming van het kanaal
want zie, voor de stille sluizen
het
rustig kabbelende water
aanmerende
koeten met jong gebroed
wandelaars
die
verademing ademen
een enkel bootje dat voorbij vaart
buigen bomen
hun
kronen neerwaarts
in
schijnbare eerbied
als
een eeuwige dankbetuiging
voor dit fraaie debacle
Drents Diep over het Oranjekanaal: