Zoals bijna elke
ochtend word ik wakker uit een droom. Vanuit deze diepste
gevoelswereld afscheid moeten nemen om de realistische wakkere wereld
toe te laten is steeds weer een kleine worsteling. Want vaak wil ik
liever nog even blijven waar ik was. Om te zien hoe het 'verhaal' zich verder ontwikkelen zou. Want, hoe onsamenhangend de beelden
zich in de droom ook vertonen, met de bijbehorende emotie van die
momenten, lijkt zich toch een chronologisch verhaal met aan het eind
een bevrijdende pointe af te spelen.
Eenmaal wakker zijn
de beelden alleen nog maar als losstaande indrukken terug te halen,
die vrijwel niets te maken lijken te hebben met mijn wakkere,
realistische leven.
Het raadplegen van
een dromenboek over wat de betekenis zou kunnen zijn van datgene dat
als meest manifeste beeld uit mijn droom in mijn geheugen is blijven
hangen, geeft mij bijna nooit het antwoord op de vraag waarom ik nu
juist die droom heb gehad.
Soms blijft er
alleen een zwaar gevoel van weemoedigheid over bij het wakker worden,
of ook wel een bevrijding omdat kennelijk in de droom iets knelde in
alle hevigheid.
Maar een enkele keer
word ik wakker met het besef dat droom en werkelijkheid dichter bij
elkaar staan dan ik dacht of heb ervaren. Als een openbaring.
De droom:
Ik bevind mij in
het gezelschap van een aantal mensen, mannen en vrouwen. De omgeving
lijkt op een vakantieoord. De mensen zijn ontspannen en vrolijk. Ze
lijken het leuk te hebben met elkaar. Ik ben alleen, zonder partner.
Ik voel mij niet echt eenzaam, maar toch kijk ik om mij heen en
probeer contact te maken met willekeurige mensen. Het gaat moeizaam.
En net als ik denk dat ik maar alleen verder ga, zie ik een man met
donker haar, die in gesprek is met een vrouw. Ik zie hem van opzij,
en het valt mij op hoe hij intens naar haar luistert.
En dan begint de
magie. Ik verlang hevig om door deze prachtige man te worden gezien.
Dan voel ik plotseling zijn aanwezigheid vlak bij mij. Een diep gevoel
van verbondenheid overweldigt mij. Ik durf niet te spreken met hem,
omdat ik bang ben de magie te verbreken. En dan, alsof hij aanvoelt
dat ik een allesoverheersend verlangen heb om heel dicht bij hem te
zijn, kust hij mij, warm en geruststellend. Ik hoor mijzelf zeggen;
ik heb het gevoel dat ik jou al honderd jaar ken. Dan kijkt hij mij
recht aan, en zie ik zijn ogen die blauw zijn. Het mooiste blauw dat
er bestaat.
Ik zie in zijn
ogen het pure kind dat hij ooit is geweest, en mijn liefde voor hem
zwelt aan tot grote hoogte.
Dan word ik langzaam wakker, met een gevoel van hevige verliefdheid.
Wil nog geen afscheid nemen van de wereld waar ik net nog was. Maar
dan voel ik de warmte van mijn man die naast mij ligt, en hoor ik de
muziek van Kate Bush in mijn hoofd. The man with the child in his
eyes
En ineens begrijp ik dat de man in mijn droom in wezen mijn eigen
lieve man is. Dat mijn liefde voor hem ooit is ontstaan door wat hij
mij vertelde over zijn jeugd, en hoe ik dan tijdens het vertellen in
zijn mooie blauwe ogen keek en ik de jongen die hij ooit was tot leven zag komen. Toen ik begreep dat ik van deze man hield.
Dat gevoel van het begin van ons samen was ik door de jaren heen een beetje kwijt geraakt door de
realiteit van het alledaagse bestaan. Overwoekerd door de veelvoud
van dingen die elke dag overwonnen moeten worden. Zoals dat dan
gaat...
De droom kwam als een geschenk. Mijn liefde voor mijn man is in
diepste wezen nog helemaal intact. Wat een heerlijk besef.
En zo kwamen droom en werkelijkheid samen tot een nieuwe
werkelijkheid, die ik van ganser harte omarm, en zal blijven omarmen.
Marijke van der Scheer,
1-02-2018